“Nederlandse medische zorg en bijstand verhuftert”
Verhuftering is nog subtiel uitgedrukt. De zorgverzekeraars, inclusief onze Staatssecretaris van volksgezondheid, Van Rijn, zijn in mijn ogen slechts premiejagers.
Ik zal mijn visie eens geven op de gang van zaken in de zorg in ons Hol(anders)land. Twintig jaar geleden werd onze gehandicapte zoon opgenomen met darmobstipatie in het Beatrix ziekenhuis te Gorinchem. Het leek zeker niet ernstig, en ik kon volgens de artsen gewoon mijn werk en reis vervolgen naar Duitsland. In de buurt van Hannover werd ik gebeld door mijn vrouw die geheel overstuur was: “Bastiaan gaat sterven. Dokter Van Zijl Langhout heeft Bas onderzocht en zegt dat er niets meer aan te doen is.” Hoewel ik geheel niet onder de indruk was van wat mij werd verteld, liet ik weten direct om te keren en ik reed terug naar Nederland.
Eenmaal aangekomen in het Beatrix ziekenhuis, kwam ik op de kamer van Bas, die rechtop in bed zat en zowel fysiek als verbaal totaal niet de indruk wekte, dat hij zou gaan sterven. Wat mij ook verbaasde was, dat onze dominee met zijn vrouw naast Bas zijn bed zat. Hij gaf mij een hand en toonde zich zeer aangeslagen vanwege “de zorgelijke mededeling”.
“Hoezo, zorgelijke mededeling?” vroeg ik aan de dominee. “We hebben hier met premiejagers te maken en daar is niets zorgelijks aan.” Op dat moment kwam ook de hoofdzuster binnen, ook zij gaf mij een hand, toonde zich heel betrokken en liefdevol, en vroeg of het wel ging met mij, omdat het toch “niet niks” was.
“Net wat u zegt zuster, niks,” antwoordde ik. “Weet je wat hier aan de orde is? Wij hebben met hier met een premiejager te maken, zijn naam is Van Zijl Langhout.” Daarop wendde de dominee zich tot mij: “Piet, angst is een slechte raadgever.” “Angst?” vroeg ik. We moeten de realiteit onder ogen zien en dat is dat wij met een premiejager te maken hebben, niet meer en niet minder, niks angst.” De hoofdzuster verliet daarop als een speer het vertrek.
En ja hoor, het duurde niet lang of daar stapte onze premiejager binnen, Van Zijl Langhout. Hij gaf mij een hand en vroeg mij even te luisteren naar zijn bevindingen en zorg. Hij sprak zo traag, de zemelaar, dat ik me afvroeg of hij misschien net een boterham met stroop op had. Hij wilde zeer gematigd en zorgelijk overkomen en speelde echt theater. “En,” zo sprak hij, “Bas heeft een directe afknelling, een kronkel in zijn darmen waar niets aan te doen is. Dus plaag hem dan ook maar niet langer met medicijnen. Ik geef Bas nog enkele weken.” Ik heb daarop gereageerd met: “Nou zal ik u eens vertellen wat mijn bevindingen zijn! En dat is dat Bas niet gaat sterven, maar moet sterven van onze verzekeraars, van wie jij een directe premiejager bent. Dat is wat hier aan de orde is.”
Ik zag nu dat onze dominee inmiddels was opgestapt. Weliswaar had hij mijn vrouw nog een hand gegeven. Evenzo de premiejager, die was ook zo de kamer uit. Daarop liet ik mijn vrouw weten dat ik nu aan een sigaret toe was en verliet de kamer.
Net buiten de kamer was ook de balie en daar stond Van Zijl Langhout, demonstratief met een hand op de balie. Hij spuide zijn gal naar de hoofdzuster: “Wat denkt die meneer Versluis wel, zo laat ik mij niet behandelen, ik heb een eerlijke en oprechte mening gegeven … blablabla.” De hoofdzuster werd met de seconde roder en roder, want ik stond stil, recht achter de premiejager. Op een gegeven moment voelde hij dat er iets aan de hand was. Hij merkte ook dat de hoofdzuster langs hem heen keek naar mij, en ineens draaide hij zich om. ‘Nu weet ik zeker,’ zei ik, “dat jij je heel anders voordoet dan je van nature bent: even geleden sprak je nog met een fluwelen stem en was je liefdevol en betrokken. Maar jij bent met recht een acteur in dienst van en voor de verzekeraars, een premiejager. Verder liet ik hem weten: “Wij vertrekken vandaag nog uit dit horrorziekenhuis.” Eenmaal terug op de kamer zei ik tegen mijn vrouw dat we naar huis gingen. Waarop zij geschrokken reageerde: “Nee joh, doe niet zo gek.” Maar ik hield vol: “Wij gaan naar huis en wij gaan zelf aan de slag met klissen en xpreap tot er ontlasting komt.”
Wat er toen gebeurde is mij altijd bij gebleven, en ik ben er nog verbaasd over dat ik daar ook ben ingetrapt. De hoofdzuster deelde mee: “Als u weggaat dan is ons protocol dat wij Bas nog even ter observatie houden om een opinium check te kunnen geven, we willen hem nog even onderzoeken voor hij weg mag. Mijn vrouw stemde direct toe en zei tegen mij dat we dat moesten laten doen.
Dat dat toen ook gebeurd is, is voor mij nog steeds een zeer groot vraagteken. Want als je zo aan de kaak bent gesteld en als premiejager bent weggezet, dan trek je toch direct je handen af van Bas en zijn ouders?
Even later werd Bas opgehaald en is toen ongeveer een half uur à drie kartier weggeweest voor onderzoek. Je kunt het geloven of niet, maar de premiejager had toch nog het lef ons de volgende mededeling mee te geven. “Bas mankeert inderdaad niets, heeft ook geen vernauwing of kronkel. Wat u nog wel even moet weten is, dat Bas groot en zwaar is. Hij heeft totaal geen conditie en als wij hem zouden hebben moeten beademen, hadden wij dat echt niet meer gedaan. Jullie hebben geen leven en dat kind ook niet.”
Nou, daar konden wij het mee doen. En dan te bedenken dat mij door onze dominee werd verweten, dat ik mij door angst liet leiden. Dat was allerminst het geval, ik heb namelijk een zeer goede mensenkennis.
“U kunt vertrekken naar huis,” liet de premiejager weten. “Nou dat laatste maak ik zelf wel uit. De groeten mafkees!”
Over zorg gesproken. Je denkt naar een ziekenhuis te gaan om geholpen te worden, zonder fratsen en omwegen en je hebt alle vertrouwen in het ziekenhuis.
Wij zijn inderdaad vertrokken en zijn thuis direct begonnen met klissen en xpreap. En je kunt het geloven of niet, maar er is nooit gekomen wat wij allen verwachtten, exorbitante ontlasting is uitgebleven. Wat wel met de ontlasting is meegekomen, was een ingekapseld poesje, zo zag het er namelijk uit.
Jaren daarna kreeg Bas ernstige longontsteking; hij werd opnieuw opgenomen in Gorinchem, Weliswaar bleven mijn vrouw en ik altijd om beurten achter. Ik sliep zelfs naast Bas op een stretch bed om hem te verzorgen, wat ik thuis ook elke nacht doe zolang Bas nu al thuis is, inmiddels 18 jaar.
Dat Bas werd opgenomen, was ook deze keer maar betrekkelijk, want hij lag in een ontvangstkamertje op een zeer smal bedje en het duurde zo tergend lang voor er een arts bij kwam, dat ik al begon te koken. Bas had hoge koorts en lag te schudden en te kreunen van de koorts.
Eindelijk kwamen er twee artsen en na wat voelen en meten sprak een van hen: “Stop hier toch eens mee.” “Waarmee?” vroeg ik hem geïrriteerd. “Nou, dit kind heeft geen leven en jullie al helemaal niet. Gun dit kind rust.” “De dood zeker hé? Opgedonderd, de kamer uit voor ik jullie wat aandoe en als de bliksem een fatsoenlijk bed en idem kamer, anders regel ik het zelf wel. Stelletje premiejagers dat jullie zijn!” Bij het verlaten van de kamer liet deze arts nog weten: “Beademing daar hoef je niet op te rekenen, dus…” Ik snauwde hem toe: “Ga wat nuttigs doen waarvoor je bent opgeleid.”
Nou het bed was er met tien minuten en Bas kwam op de kamer. Hij was echt ernstig ziek en nu hadden we niet de keus om direct te vertrekken. Ik had besloten dat ik hem nauwlettend in de gaten zou houden en verzorgen, en zeker niet alleen zou achterlaten. Dit is toch allemaal niet te geloven?
Na enkele dagen in het ziekenhuis waagde die eerste premiejager het nog onze kamer in te komen, mijn vrouw een hand te geven en mij ondertussen vuil aan te kijken, waarna hij weer vertrok. Kennelijk was hij toch bang en meende hij mijn vrouw te vriend te moeten houden, want die opname vanwege de longontsteking was al heel wat jaren na de eerste ontmoeting met Bas. En Bas was er nog. Ik vroeg me af hoe die klootzak zich zou voelen. Nou, het zijn net robots: die hebben geen gevoel. Dit is geen verzinsel, maar op waarheid gebaseerd, getuige diverse gebeurtenissen.
Dat ik destijds geen aangifte heb gedaan, daar heb ik achteraf nog spijt van. Er zijn getuigen genoeg die het gehoord en gezien hebben, en die weten dat mijn ogenschijnlijk extreme uitlatingen terecht waren, gerechtvaardigd om ons eigen hulpbehoevend kind te beschermen tegen dergelijke onverlaten die alles meten in geld. Het resultaat van deze uitlatingen getuigt nog tot op de dag van vandaag van mijn mensenkennis en is het bewijs dat het niet zomaar wat roepen in het wilde weg was. Bas leeft nog steeds en is ons zeer lief en dierbaar.
Ik heb toen ook uitgeroepen, waarvan ik mij nooit bewust was geweest, namelijk dat liefde zo intens zeer kan doen. Wij hebben de zware zorg, die wij met liefde volbrengen voor ons kind, op onze schouders genomen en dan word je geconfronteerd met het feit dat er mensen zijn die erop uit zijn dit kind de dood in te jagen. Mij krijgen ze niet kapot met het aanzien, aanhoren en ondergaan van deze onmenselijke behandelingen, maar mijn vrouw is hier totaal niet tegen opgewassen.
Het bovenstaande dient als aanloop naar datgene waar niet alleen wij, maar velen van ons mee te maken hebben. Namelijk dat er steeds meer premiejagers opstaan van en voor de volgende verzekeraars en zorginstellingen:
Zorgverzekering CZ, zorgkantoor Zuid-Oost-Brabant Tilburg, CIZ geeft indicatiestelling, vervolgens kent het zorgkantoor het budget toe, SVB regelt daarna de loonadministratie van het PGB.
Dit alles is het uitvloeisel van het optreden van Van Rijn, Staatssecretaris van volksgezondheid. Bij dat ‘volksgezondheid’ plaats ik echter een groot vraagteken, want dit beleid heeft niets te maken met volksgezondheid, maar slechts met extreme, financiële bezuinigingen ten koste van hulpbehoevende mensen. Het ministerie van VWS probeert op een manier alsof het hier gaat om een onwrikbare geloofsbelijdenis, mensen ervan te overtuigen dat dit noodzaak is. Ik bestempel dit echter als vandalisme in de zorg, waar de norm zorgwekkend wordt en is ondermijnd!
Het beleid van het ministerie is erop gericht de mensen van het kastje naar de muur te sturen. Getuige het volgende voorbeeld. Als je bij Mediqcondi Care vraagt naar de noodzakelijke pampers, die ons in het verleden altijd zijn toegekend, is het altijd een raadsel met wie je spreekt. Je krijgt geen naam te horen, ook niet wanneer je hier uitdrukkelijk om vraagt. Kennelijk gebeurt dit om te voorkomen dat je een dossier opbouwt. Als je vervolgens het zorgkantoor belt of de instelling van het PGB, krijg je evenmin te horen met wie je in gesprek bent. Wanneer je geen resultaat boekt en na dat gesprek de zorgverzekeraar CIZ belt en meldt dat je niet de noodzakelijke pampers krijgt die Bas nodig heeft, weet deze zorgverzekeraar zeer subtiel te melden: “Nee hoor, die moeten zij toekennen.” Vervolgens bel je opnieuw met Mediqcondi Care en meld je dat de zorgverzekeraar heeft gezegd, dat zij de toegekende pampers móéten verstrekken. Dan krijg je glashard te horen: “Nee hoor, wij mogen niet meer dan drie pampers per dag geven van het CIZ.”
En zo gaat het ook met TefaTube-Castro, de instelling die ons voorziet van spuiten, sondevoeding en pechsonde. Ook hier krijg je geen namen en ook hier luidt de boodschap: “Wij mogen niet meer geven dan… van het CIZ” Zo blijven er vraagtekens.
Wij hebben meer dan zes a zeven pampers per dag nodig en zijn daarom genoodzaakt zelf de noodzakelijk pampers te kopen. Het bewijs is bij Bas te zien: zijn billen zijn mooier dan die van Jennifer Lopez. Dat is nu volksgezondheid en beleid.
Luister maar eens naar de ervaring op dit gebied in de meeste verzorgingshuizen: veel patiënten zijn doorgelegen door het te lang, te nat zitten en liggen.
Bas is al zo’n vijftien jaar niet meer mobiel en is constant aangewezen op zijn rolstoel en bed. Maar nogmaals Jennifer Lopez kan jaloers zijn op de billen van Bas!
Net als wij worden velen van ons gekort, niet alleen op geld, maar ook op vele noodzakelijke middelen.
Onlangs kregen wij bezoek van Rivas verpleegkundigen. Twee zusters die het allemaal zo goed weten en die het in de richting moeten en zullen manoeuvreren die hun is meegegeven door hun opdrachtgever, CZ. De bedoeling van hun bezoek was, te kijken of wij nog in aanmerking kwamen voor een persoonsgebonden budget. Terwijl het CIZ destijds heeft gezegd dat wij recht hadden op een zorgbudget met onbeperkte tijdsduur.
Toch is ons budget inmiddels met meer dan veertig duizend euro gekort, terwijl er ook al gekort is op noodzakelijke middelen. Mogelijk dat je nog verder wordt gekort, en in het slechtste geval zal je helemaal geen budget meer worden toegekend.
Bas heeft dag en nacht intense verzorging nodig en heeft die ook altijd gekregen van ons. Nadat de overheid heeft laten weten: kinderen, familie, kennissen en vrienden, zelfs buren moeten maar helpen, komen wij totaal niet meer aan sociale contacten toe, geen vakanties, geen aanloop meer. Weet u wat het gevolg hiervan is? Er komt niemand meer over de vloer om te helpen behalve als je met je portemonnee klaar staat. Twee mensen uitgezonderd: Roelie en John, een zakenman, na die naast zijn drukke bestaan een avond in de week met Bas door ons huis komt wandelen. Dit is de harde realiteit!
Als klap op de vuurpijl, werd ons gisteren ook nog eens duidelijk gemaakt dat de verplegers de patiënten geen eten meer mogen geven. Dat moeten wij zelf doen of eventueel de familie. Nou dat eten geven doen wij uiteraard zelf, dus dat is geen probleem!
Er is een groot gevaar: Bas heeft heel vaak epilepsieaanvallen. Wij zorgen er altijd voor dat wij met zijn tweeën zijn als Bas eten krijgt en zeker als het om brood gaat. Het is ooit eens gebeurd dat ik wat te laat thuis kwam en mijn vrouw hem toch brood gaf. Bas kreeg toen een hevige epilepsieaanval en dreigde te stikken; hij liep helemaal blauw aan. Op datzelfde moment kwam er gelukkig een kennis van ons langs en die heeft Bas zo goed en kwaad als het ging op zijn zij geworsteld. Met wat klappen op zijn rug, begon hij even later te hoesten en ging de crisis over. Mijn vrouw kreeg daarvan een zenuwinzinking.
Hol(anders)land ten voeten uit. Anno 2015 zijn wij genoodzaakt op Wilders te stemmen. Want “de vreemden zullen uw land verteren,” staat er in de Bijbel. Waar wij en velen van ons mee te maken hebben, is echter van een geheel andere aard: het land wordt verteerd van binnenuit door:
onduidelijkheid en onzekerheid.
Nou ik ben nog zeer terughoudend geweest inzake alle gebeurtenissen die de revue hebben gepasseerd. Anders zou ik hier nog dagen over hebben kunnen schrijven.
VERDEEL EN HEERS PRAKTIJKEN
RESPECTLOZE ONDERMIJNING
GEAMPUTEERDE ZORG EN ZORGINSTELLINGEN
VELEN ZULLEN, NEE MOETEN ERONDER BEZWIJKEN!
PIETER MARINUS VERSLUIS WERKENDAM